VERBINDENDE (GEWELDLOZE) COMMUNICATIE

Nonviolent Communication (NVC) oftewel Verbindende (Geweldloze) is een communicatiemodel van Marshall Rosenberg en heeft als uitgangspunt dat je de behoeften van anderen en jezelf niet schaadt.

Verbindende (geweldloze) communicatie richt zich op het creëren van verbinding met jezelf en verbinding tussen mensen, zonder terug te vallen op (zelf)kritiek en oordelen. Centraal staat compassie. Niet alleen voor anderen, maar ook voor jezelf. Het is een directe vorm van communiceren die zowel assertief als verbindend is. Verbindende communicatie kan ervoor zorgen dat ongezonde conflicten en discussies voorkomen of hersteld worden. Zo wordt de communicatie effectiever.

Verbindende communicatie gaat niet over aardig of lief zijn, maar over echt en open zijn over wat er speelt in je hart en leven. Verbindende communicatie bestaat uit 4 stappen waarmee we ons richten op wat we:

  1. Waarnemen
  2. Voelen (emoties en gevoelens)
  3. Nodig hebben (behoeften)
  4. Willen verzoeken om onze behoeften te vervullen en daarmee ons leven te verrijken.

In deze blog worden de 4 stappen uiteengezet, samen met veel tips om je deze wijze van communiceren en in het leven staan eigen te maken, zoals een overzicht van gevoelens en behoeften. Het is een samenvatting van het boek Nonviolent Communication van Marshall Rosenberg.

STAP 1: WAARNEMEN

Bij het waarnemen gaat het om objectief luisteren en bekijken wat de situatie is, horen wat de ander zegt en wat er bij onszelf speelt, zonder interpretaties en oordelen als de enige waarheid te zien. Er is ruimte voor verschillen waarbij interpretaties, verwachtingen en aannames worden gecheckt en onderzocht.

Hoe doen we dat: niet oordelen? Door te observeren wat we zien, horen en voelen, en dit ook zo precies mogelijk te uiten. En niet zeggen wat en hoe het zou moeten zijn. We maken ook bewust een onderscheid tussen gedragingen en omstandigheden die ons raken (triggers) en de oordelen plus emoties die ze oproepen.

STAP 2: EMOTIES & GEVOELENS

In deze stap gaat het om het waarnemen en uiten van emoties en gevoelens die worden ervaren. 

Voor verbinding met jezelf en anderen is het belangrijk om te (leren) voelen. In deze samenleving hebben we geleerd om in ons hoofd te zitten, ons aan te passen aan anderen, onze gevoelens te onderdrukken of te negeren. We voelen onze gevoelens in het ergste geval niet meer. Of we gebruiken onze emoties als wapens om onszelf te beschermen.

Op meerdere manieren kunnen we in contact komen met onze gevoelens. Via zintuigen en lichaam, via verbeelding, door stil te zitten zoals bij meditatie of juist te bewegen zoals bij yoga en dans. 

Ook “negatieve” emoties horen erbij. Door ze als negatief te labelen zeggen we eigenlijk dat we ze niet mogen voelen. Dus weg met het label “negatief”. Angst, verdriet, woede, jaloezie, schaamte en walging hebben allemaal een functie.

  • Angst zorgt ervoor dat we reageren op gevaar en ons voorbereiden op veranderingen.
  • Verdriet zorgt ervoor dat we treuren om iets dat er niet is of niet werkt. Het is een stap richting loslaten. 
  • Met woede bewaken we persoonlijke grenzen. 
  • Bij jaloezie voelen we ons bedreigd en onzeker over iets. Door hier aandacht aan te schenken, kun we helen. 
  • Schaamte zorgt ervoor dat we anderen geen pijn doen en bepaalde grenzen respecteren. Het kan ongezond zijn, als het van buitenaf opgelegd wordt.
  • Walging zorgt ervoor dat we uit de buurt blijven van gevaar. Walging voorkomt dat we in bepaalde situaties onze gezondheid schaden.

Door op ons werk en in persoonlijke relaties open te zijn over deze emoties stellen we onszelf kwetsbaar en moedig op. Hiermee nodigen we anderen ook uit om hetzelfde te doen, waardoor er meer helderheid ontstaat over gedrag en de problemen van mensen. Dat creëert begrip, steun en verbinding. Door gevoelens te eren, waarderen we onszelf en onze medemens. 

Na het herkennen en erkennen van gevoelens is de volgende stap om de achterliggende behoefte te onderkennen. Elk ongemakkelijk gevoel maakt duidelijk dat één of meerdere behoeften niet vervuld zijn.

STAP 3: BEHOEFTEN

Het model van verbindende communicatie helpt ons om het herkennen en uitdrukken van onze eigen behoeften, evenals het afstemmen op de behoeften van anderen, te versterken.

Onze basisbehoeften zijn over de hele wereld voor alle mensen hetzelf­de, ongeacht leeftijd, sekse, religie, huidskleur, cultuur of opleiding. Het zijn de drijfveren van ons bestaan en sturen ons denken en handelen. De wijze waarop we de verschillende behoeften vervullen, is voor ieder individu anders. Dat is een persoonlijke strategie, waarbij cultuur, leef­­tijd of sekse invloed uitoefenen. 

Zodra je met je behoeften in contact staat, die op tafel legt en ook die van een ander weet, ontstaat er ruimte voor iets anders. Door uit te gaan van behoeften ontdek je dat er veel gemeengoed bestaat met de ander en die ander ontdekt dat zelf ook. Over behoeften hoef je niet te onderhandelen, terwijl je wel geneigd bent om over strategieën en oplossingen te onderhandelen of strijden. Door de wederzijdse behoeften helder te hebben, ontstaat er vanzelf ruimte voor oplossingen en dialoog.

Als we ‘negatieve’ gevoelens ervaren, kan het zoeken naar de onderliggende behoeften ook zeer verhelderend werken. 

Door meer contact te hebben met de menselijke behoeften gerelateerd aan ons gedrag en gevoelens, ontstaat verbinding. Dan staan we echt in contact met wat we willen en kunnen we dit ook uitdrukken. We kunnen betere keuzes maken en grenzen stellen, omdat we weten waar we energie van krijgen en wat ons moe of geïrriteerd maakt. En zo kunnen we ook de relaties met de mensen om ons heen verbeteren.

STAP 4: VERZOEK 

In deze stap gaan we na met welke actie we onze behoeften kunnen vervullen en formuleren we dit in een verzoek. Positieve termen zijn daarbij belangrijk. Ook de ander de ruimte geven om al dan niet in te gaan op het verzoek. Een verzoek is immers geen eis of opdracht. Wij zelf zijn de enige die verantwoordelijk zijn voor het vervullen van onze behoefte(n). We kunnen een ander wel vragen om een actie te ondernemen waardoor onze behoefte vervuld wordt, maar de ander is vrij daar  ‘nee’ op te zeggen. Vaak reageren we boos, teleur­ge­steld of met verwijten als we een ‘nee’ horen. Dat creëert bij de ander angst, schuld of schaam­te. Het accepteren van een “nee” is dus belangrijk in deze stap. 

Een behoefte en de wijze waarop we die behoefte vervullen zijn ook twee verschillende dingen. Veelal verwarren we die twee of maken er een geheel van. Het scheiden van behoefte en strategie helpt ons om verantwoordelijkheid te nemen en te houden voor onze eigen behoeften.

TIPS OM VERBINDEND TE COMMUNICEREN:

  • De conditionering van “goed” en “fout”, beloning en straf zit verweven in ons denken, onze taal en communicatie. Dit leidt tot analyseren, classificeren, diagnosticeren, verwijten en beschuldigen met als gevolg verdriet, conflict, geweld en oorlog. Bewustwording van deze conditionering is een belangrijke stap naar mededogen en geweldloosheid, daarna volgen de vaardigheden. 
  • Bewustwording an de eigen oordelen en hoe deze onze perceptie beïnvloeden. Ontspannen of lui, eerlijk of tactloos, betweter of wijs, koppig of doorzetter, nieuwsgierig of bemoeizuchtig, rustig of saai, standvastig of inflexibel, aanhankelijk of afhankelijk, eigenwijs of stuurloos, vasthoudend of dogmatisch, zelfbewust of arrogant, mensenschuw of verlegen, speels of kinderachtig, roekeloos of avontuurlijk, onrustig of levendig, sensitief of zwak, brutaal of expressief, chaotisch of creatief… Het etiket dat we plakken op het gedrag van een ander, zegt meestal meer iets over onszelf, onze waarden en behoeften dan iets over de persoon zelf.
  • Actief en met volle aandacht luisteren, zonder de ander te onderbreken is een belangrijke vaardigheid en dit kan iedereen leren.
  • De ik-vorm gebruiken om gevoelens en behoeften uit te drukken, creëert meer verbinding. Wel: “Ik voel me boos, want ” en niet: “Jij maakt me boos!”
  • In iemands anders verplaatsen is essentieel. De wereld zien vanuit het perspectief van de ander helpt bij het opbouwen van verbinding. 
  • Bereid zijn om te onderhandelen, oplossingen te zoeken en compromissen te sluiten helpt bij het wederzijds vervullen van behoeftes. 
  • Contact maken met het lichaam om te ontdekken welke gevoelens en behoeften er zijn, is belangrijk. Bewust de eigen ademhaling en de sensaties in het lichaam voelen, helpt om gevoelens en behoeften te achterhalen.
  • Het uiten van verlangens als eisen blokkeert compassie. Een eis houdt impliciet of expliciet in dat de ander beschuldigd of gestraft wordt als hij of zij niet aan de eis voldoet. Wie een eis hoort, heeft twee mogelijkheden: zich onderwerpen of rebelleren. Hierdoor wordt het veel moeilijker om vanuit mededogen te reageren. Stoppen met eisen betekent niet stoppen met verlangen of onze waarheid uiten. Het betekent wel stoppen met gedachteloos alles wat we denken uiten, en onze waarheid en wensen niet opdringen aan anderen. Door te verzoeken in plaats van te eisen kunnen we wel uiten wat we van anderen nodig hebben om ons leven te verrijken. Hierbij is het heel belangrijk dat de ander het verzoek niet als dwingend ervaart, maar merkt dat er een keuze is.
  • We kunnen kiezen voor een taal die bewuste keuzes onderkent. Niet omdat het ‘moet’, maar vanuit behoeften. We volgen bijvoorbeeld een bevel op, niet omdat het moet, maar omdat we bang zijn voor gevolgen als ontslag of vervolging. Deze gevolgen vinden hun oorsprong in basisbehoeften als voeding, veiligheid en een dak boven je hoofd hebben. Door de woorden ‘moeten’ en ‘dienen’ te gebruiken verduisteren we eigenlijk persoonlijk verantwoordelijkheidsbesef voor gedrag, gedachten en gevoelens. We kunnen kiezen. We ontkennen verantwoordelijkheid voor onze acties als we de oorzaak buiten onszelf zien. Voorschriften van mensen boven ons, groepsdruk, beleidsregels, procedures, psychologisch verleden en daden van anderen zijn factoren die we aandragen om niet volledig de eigen verantwoordelijkheid en vrije keuze te onderkennen. Dit is gevaarlijk en heeft in het verleden geleidt tot een uitspraak als ‘Ich habe es nicht gewusst.’ 
  • Om ervoor te zorgen dat conflicten niet de (werk)relatie verslechteren, is het belangrijk om met onze eigen boosheid om te kunnen gaan. Boosheid geeft ons een signaal dat we niet verbonden zijn met onze waarden en dat onze behoeften niet vervuld zijn. Als we verbinding kunnen maken met onze behoeften en die kunnen uiten, ontstaat er helderheid, begrip en ruimte.
  • Verantwoordelijkheid nemen voor eigen gevoelens en triggers. Dus niet: beschuldigen en bekritiseren en de ander verantwoordelijk maken voor pijn en verdriet. Geweld ontstaat als mensen denken dat hun pijn wordt veroorzaakt door andere mensen. Ze denken dat die mensen het verdienen om gestraft te worden. Door in te zien dat alle boosheid als basis een onvervulde behoefte heeft, kunnen we onszelf en anderen steunen om die op een gezonde, constructieve manier te vervullen.
  • Door onze waarden in behoeften uit te drukken staan we beter in contact met onszelf en met een ander. Dan zijn we minder geneigd om te veroordelen, mensen te overtuigen en naar de eigen hand zetten. We kunnen verschillen in waarden en normen, maar over behoeften hoeven we niet met een ander te strijden. De behoeften van mensen zijn universeel.  Waarden als integriteit, vrijheid, liefde en vrede kunnen we in behoeften uitdrukken. Integriteit gaat over behoeften als authenticiteit, creativiteit, zelfrespect en zingeving. Bij vrijheid gaat het om autonomie, zelf kunnen dromen, doelen kiezen en verwezenlijken. Liefde is verbonden met geborgenheid, empathie, erkenning, bescherming, verbinding, aanraking, warmte, respect, vertrouwen, waardering en steun. En vrede behelst behoeften als bescherming, harmonie, orde, rust en veiligheid.

Het leren van verbindende (geweldloze) communicatie kun je zien als een ontdekkingsreis. Een ontdekkingsreis naar meer zelfcompassie, meer verbinding met wat er bij jou speelt en wat je nodig hebt, meer compassie en begrip voor je medemens en meer vervullende (werk)relaties. Niets is mooier dan een leven dat echt bij je past; met werk, relaties en activiteiten die je energie geven. 

– Angela Pagonidis